Dat effect ziet Gerda, educatiemedewerker bij Biblionet Drenthe (de bibliotheekorganisatie in Drenthe), ook. Gerda komt al geruime tijd bij de Mariaschool over de vloer. Ze helpt leerkrachten en leerlingen bij leesbevordering en dus nu ook bij dBos+. Gerda: “Voorlezen is voor de Mariaschool altijd al belangrijk geweest. Het is mooi om te zien dat ze met hun deelname aan dBos+ nog meer verdieping zoeken.”

Verhalen komen tot leven
Dorien: “Ik las altijd al wel voor, maar niet structureel. Met dBos+ is voorlezen niet meer ‘even de tijd opvullen’. Je moet er iedere dag een halfuur de tijd voor nemen en het echt zien als een les. We lezen jeugdliteratuur voor: mooie verhalen met rijke taal. Boeken die qua niveau net wat uitdagender zijn dan de kinderen zelf lezen. Het boek dat je voorleest, sluit aan op het thema dat op dat moment centraal staat in de klas. Na afloop praten we over de inhoud. Ik stel een open vraag waar de kinderen even over nadenken. Vervolgens schrijven ze hun antwoord op en bespreken dit met hun buurman of buurvrouw. Tot slot hebben we het er klassikaal over. Het mooie is dat kinderen zo gelijke kansen krijgen. Kinderen die niet zo goed in lezen zijn, krijgen door voor te lezen óók informatie en kennis mee. Ze onthouden informatie gemakkelijker, denken steeds inhoudelijker over dingen na en weten een verhaal goed in de context te plaatsen.”

We doen het samen
De uitrol van de werkwijze van dBos+ duurt twee jaar. In totaal worden er vier modules doorlopen met ieder een eigen thema: voorlezen, zelf lezen, begrijpend lezen en schrijven. “Iedere module start met een trainingsochtend voor de leerkrachten. Daar sluit ik ook bij aan”, vertelt Gerda. “De leerkrachten leren wat rijke taal is, hoe ze passende boeken kunnen zoeken en welke werkvormen ze kunnen toepassen. Daarna gaan de leerkrachten zelf aan de slag en na een paar weken volgt er een observatiemoment. Dat moment hebben we net gehad.” Dorien: “Het valt mij op dat de kinderen aandachtiger kunnen luisteren tijdens het voorlezen. Daarnaast merk ik dat kinderen steeds diepgaander antwoorden op de vragen over het boek. Bijvoorbeeld over een gevoel dat het boek hen geeft of er ontstaat een gesprek over de verschillende meningen die kinderen hebben over het boek.” “Ik zie dat de leerkrachten en kinderen samen heel goed en diepgaand het gesprek kunnen voeren over het boek.”, vult Gerda aan. “Het thema en het boek gaat echt bij ze leven.”

De volgende stap is het voorlezen verankeren. “Ik denk dat een goede samenwerking tussen de school en de Bibliotheek daarin onmisbaar is”, zegt Dorien. “Gerda heeft veel kennis van boeken, de collectie en werkvormen. Daarnaast kent ze ons en onze leerlingen goed. We doen het echt samen.”  

Meer plezier
Als Dorien vertelt over wat ze het mooiste vindt aan hun deelname aan dBos+, zegt ze dat de methode zo goed te integreren is. “En nog belangrijker: we zien de meerwaarde van voorlezen meer in. We weten nu nog beter dat we op deze manier het leesplezier bij kinderen aanwakkeren en dat kinderen veel leren van de boeken. Daarnaast lezen we als team ook meer. We praten over verschillende boeken en geven elkaar tips. Als ik andere leerkrachten één tip mag geven, is het: ga gewoon lekker voorlezen. Door het vaker te doen, krijg je er steeds meer plezier in. En dat plezier zie je ook terug bij de leerlingen!”

Ook meedoen?
De komende twee maanden kunnen nieuwe scholen zich aanmelden om ook mee te doen aan dBos+. Ben je geïnteresseerd? Of wil je (eerst) meer weten over dBos+? Neem dan gerust contact op met Carla Boers-Rieken, educatieadviseur bij Biblionet Drenthe.